Interesse?

Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.

Hoe groter steden worden, des te meer kunstverlichting buiten is gewenst om onder andere wegen te verlichten, allerlei (sport)activiteiten uit te kunnen voeren, reclame te maken en gebouwen of objecten zichtbaar te maken. Ook komt er vanuit de grote aantallen gebouwen veel licht naar buiten. Dit zorgt ervoor dat veel licht de ruimte wordt ingestraald, waardoor een stad in een wolk van licht lijkt te zijn gehuld. Een effect dat wel wordt aangeduid als lichtvervuiling en zeker niet door iedereen wordt gewaardeerd. Daarnaast kunnen mensen last ondervinden van bepaalde verlichtingsarmaturen; een effect dat als lichthinder wordt aangemerkt. Beide effecten zijn voor de NSVV, de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde, reden geweest om richtlijnen op te stellen, die deze moeten voorkomen of in elk geval zoveel mogelijk beperken. In dit artikel wordt een aantal van de belangrijkste besproken.

Kunstverlichting wordt in de buitenruimte onder andere toegepast om visuele waarneming in het donker mogelijk te maken, aandacht te vestigen op gebouwen en objecten of reclame te maken. Daarbij kan ook gedacht worden aan het verlichten van bedrijven- en bouwterreinen, sportvelden en verlichting van wegen en paden. Dit biedt aan de ene kant mogelijkheden om zich veilig te verplaatsen, (sport)activiteiten uit te kunnen voeren en gebouwen of objecten zichtbaar te maken. Aan de andere kant kan dit de nachtrust, de natuur, de zichtbaarheid van sterren aan de hemel en de beleving van natuur en landschap in meer of mindere mate verstoren. Hinderlijke effecten kunnen bijvoorbeeld zijn:
– een te hoog verlichtingsniveau in of rond een woning die nabij een verlicht sportveld of bedrijventerrein gelegen is;
– automobilisten die gehinderd worden door verlichting op een industrieterrein;
– verstoring van de flora en fauna in de omgeving van een verlichte autoweg door een natuurgebied.