Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.
Kabels in permanente elektrotechnische installaties van gebouwen moeten sinds 1 juli 2017 zijn voorzien van een CE-markering. Deze dient tevens vergezeld te gaan van een prestatieverklaring (DoP), waarin de desbetreffende brandclassificatie is opgenomen. Helaas blijkt dat de regels door verschillende partijen en fabrikanten verschillend uitgelegd worden, met onnodige procedures en administratieve lasten tot gevolg. TVVL gaat daarover in een masterclass duidelijkheid geven.
Sinds 1 juli 2013 is de Europese Verordening 305/2011 voor bouwproducten, de Construction Products Regulation van kracht. Meestal wordt deze Verordening kortweg ‘CPR’ genoemd. In de CPR is aangegeven dat de kabelfabrikanten en importeurs vanaf 1 juli 2017 alleen nog maar kabels in de handel mogen brengen, die
voldoen aan de brandprestatienorm EN 50575. Het betreft hierbij alleen de gebouwgebonden elektrische bekabeling en glasvezelkabels. Voor fabrikanten geldt dat zij aan de hand van testresultaten moeten aangeven wat de betreffende brandklasse van de leiding is. Daarnaast moeten fabrikanten en leveranciers aanvullende informatie verstrekken over de rookproductie, brandende vallende deeltjes en zuurgraad van de verbrandingsgassen in geval van brand. Leidingen met brandklasse Eca zijn hiervan uitgezonderd. Fabrikanten, maar ook diverse marktdeelnemers, moeten conform de CPR aan diverse eisen voldoen en daar ontstaan direct de
eerste onduidelijkheden. De verordening is met juridische teksten in elkaar gezet en wordt dan ook geregeld verkeerd geïnterpreteerd.