Interesse?

Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.

De noodzaak van schone luchtkanalen is al tientallen jaren een actueel onderwerp, maar in de praktijk is er weinig verandering te zien geweest in de uitvoering van het kanalenwerk. Daar kan nu verandering in komen. Zowel de luchtkanalenbranche (Luka) als de kanalenreinigingsbranche (NVRL) hebben de afgelopen twee jaren richtlijnen uitgebracht die de reinheid van de kanalen meetbaar en classificeerbaar maken, met bijbehorende montagevoorschriften. Dat is een grote stap voorwaarts, ook al zijn er nog wel wat kanttekeningen te maken. Blijft de vraag hoe schoon kanalen zouden moeten zijn. Tijd dus voor een kritische kennisupdate.

Zowel Luka als NVRL gebruiken voor de classificatie van de reinheid van de kanaalwand de plakstriptest, zoals omschreven in ISO 8502-3 [3]. Die norm is eigenlijk ontwikkeld om de reinheid van een oppervlak te beoordelen alvorens het te lakken, maar kan goed gebruikt worden om kanaalvervuiling te meten.
Bij deze plakstriptest wordt met een speciale transparante plakstrip [7] het vuil van het kanaaloppervlak opgenomen. De strip wordt daarna op een formulier (zie figuur 1) geplakt waarop de vervuiling goed zichtbaar wordt. Door de mate van zwarting te vergelijken met de vijf referentievlakken op dat formulier kan de Dust Quantity Rating worden bepaald (1 is schoonst, 5 is vuilst).