Terug naar de kennisbank

Phase Change Materials in betonvloeren - deel II

Interesse?

Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht

Modellering en aanpassingen

In het vorige artikel in deze reeks [1] is de experimentele opstelling besproken voor het testen van Phase Change Materials (PCMs) in betonnen vloeren. Dat experimenteel onderzoek toonde aan dat er een constanter binnenklimaat kon worden verkregen: de minimale temperaturen in de boxen met PCMs lagen significant hoger en de maximale temperaturen in de boxen met PCMs lagen significant lager dan de temperaturen in de boxen zonder PCMs. PCMs kunnen derhalve naar verwachting bijdragen aan het reduceren van fossiel brandstofgebruik. Maar hoe moet de experimentele opstelling worden opgeschaald naar het niveau van een werkelijke woning? De latente warmtecapaciteit van de PCMs staat immers in schril contrast tot de grote soortelijke warmtecapaciteit van woningen of betonnen c.q. stenen constructies in het algemeen.

In dit artikel zal verder worden ingegaan op het modelleren van het gedrag van PCMs in de boxen en de resultaten van enkele aanpassingen van de experimentele opstelling om de effectiviteit van de PCMs te vergroten. De aanpassingen die zijn gedaan, hebben betrekking op {a} het vergroten van de latente warmtecapaciteit door de plaatsing van gipsplaten met PCMs en {b} het vergroten van de warmteabsorptiecofficint door het zwart schilderen van de boxen. In het vervolg van dit artikel zal eerst worden toegelicht hoe de thermische impact van PCMs in de boxen is gemodelleerd. De inzichten vanuit het model en de experimenten met de vorige opstelling, hebben geleid tot twee aanpassingen in de opstelling.

Auteur(s): Ir. J. Prins, afgestudeerd student; ir. A.G. (Bram) Entrop, universitair docent Duurzaam Bouwen; prof.dr.ir. A.G. (Andr) Dore, hoogleraar Markt- en Organisatiedynamiek in de Bouwsector; Universiteit Twente, Faculteit Construerende Technische Wetenschappen, Vakgroep Bouw/Infra

Lees verder in PDF.