Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.
In Nederland is nauwelijks sprake van regelgeving op het gebied van zwembadventilatie. Het Bouwbesluit kent de functie ‘sport’ en koppelt daar een minimale luchtverversing aan, gebaseerd op het beheersen van de CO2-concentratie. Maar de werkelijk benodigde ventilatie van een zwemhal wordt meer bepaald door vochtbeheersing in de ruimte en daarvoor zijn geen Nederlandse richtlijnen. Voor het ontwerp van de ventilatie wordt daarom meestal leentjebuur gespeeld met onze oosterburen, die veel technische richtlijnen voor zwembaden hebben ontwikkeld. Daar komt nu verandering in, want in de voorgenomen herziening van het Besluit Hygiëne en Veiligheid Badinrichtingen en Zwemgelegenheden (BHVBZ) worden nu ook eisen ten aanzien van de luchtkwaliteit in zwemhallen gesteld.
Wettelijke voorschriften voor openbare zwembaden zijn nu nog vastgelegd in de Wet Hygiëne en Veiligheid Badinrichtingen en Zwemgelegenheden (WHVBZ), met het daarbij behorende BHVBZ De handhaving van deze voorschriften ligt bij de Provincies, afdeling milieu. Er wordt al jaren gewerkt aan nieuwe weten regelgeving. De huidige plannen zijn om de nieuwe regelgeving te koppelen aan een nieuwe Omgevingswet, waarbij het nieuwe BHVBZ van kracht wordt in 2018. In 2014 is een concept van het nieuwe BHVBZ ter visie gelegd, waarin duidelijk werd dat er meer doelvoorschriften (bijv. eisen aan de waterkwaliteit) in plaats van middelvoorschriften (bijv. circulatievouden van het badwater) worden gesteld. Dat vergt een hele omslag in het nadenken over technische oplossingen, en het is maar de vraag of de markt wel behoefte heeft aan dergelijke doelvoorschriften, waarbij niet meer concrete technische oplossingen worden gegeven. Ook worden er voor het eerst voorschriften aan de luchtkwaliteit gesteld, in de vorm van maximaal toelaatbare concentraties trichlooraminen en ozon.