Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.
Werkplekken zijn de afgelopen jaren sterk veranderd. In grote kantoren zijn o.a. wisselwerkplekken en concentratiewerkplekken gecreerd en in woningen zijn tegenwoordig ook werkplekken terug te vinden. Voor het beheersen van het klimaat op die werkplekken zijn installaties nodig, die voor hinderlijk geluid kunnen zorgen. Dit artikel gaat vooral over ventilatiegeluid. Wat zijn de eisen om klachten te voorkomen, wat voor soort klachten doen zich voor en welke maatregelen kunnen worden genomen? Het betreft niet alleen het hoorbare geluid, maar ook het zeer laagfrequent geluid en trillingen die door de installaties worden veroorzaakt.
Voor de geluidsniveaus van installaties vermeldt het Bouwbesluit alleen wat regelgeving. Deze regelgeving geldt alleen voor woongebouwen en niet voor kantoorgebouwen. In het Bouwbesluit 2012 [1] staat dat het ventilatiegeluid minder dan 30 dB moet zijn. De vrij recent gepubliceerde NTR 5076 [2] geven hiervoor richtlijnen voor woningen. Hoewel er voor kantoorsituaties geen regelgeving is, zijn er wel enkele richtlijnen die kunnen worden toegepast, afhankelijk van het soort kantoor. Veelal wordt gesteld dat het door de installatie veroorzaakte geluid niet boven de 35 dB(A) mag uitkomen.
Auteur(s): E. (Ep) Marinus, Karep arbeids-omstandigheden advies