Interesse?

Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.

De zomer is voorbij. We hebben veel warme dagen gehad en de koude bron is uitgeput. Kortom, aan de slag om deze koude bron voldoende te laden op een
energie-efficiënte wijze voor het volgende zomerseizoen. Of u heeft een vraag gekregen van een opdrachtgever om hem/haar te helpen met het corrigeren van
de bodembalans aan de koude zijde. Dit extra koude laden kan op verschillende manieren gebeuren en het toepassen van een droge koeler is er één van. Bij het
rekenen wordt regelmatig de klimaatdata van De Bilt genoemd. In dit artikel wordt de klimaatdata van De Bilt vergeleken met de overige KNMI meetstations en
worden de potenties om koude laden met elkaar vergeleken.

Voor het bepalen van de grootte van de droge koeler en de hoeveelheid koude energie welke geladen kan worden, wordt (vaak) standaard gebruik gemaakt van klimaatdata van De Bilt. Maar geeft deze invoer hier voor specifiek koude laden een correct resultaat? Wellicht hebt u ooit een nabijgelegen, lokaal weerstation
gekozen voor uw berekeningen. Hebt u dit vergeleken met de uitkomsten van De Bilt? Verschilde dit veel en als dit al veel verschilde, hoeveel dan en hoe verhielden andere meetstations zich tot deze uitkomst(en)?