Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.
ISSO en KWR hebben nieuwe rekenregels geformuleerd waarvan de uitkomsten veel dichter bij de gemeten waterverbruiken liggen dan die van de bestaande (q√n-)methode. Deze regels zijn het resultaat van diverse onderzoeken die TVVL in de afgelopen jaren liet uitvoeren, onder meer door KWR-Watercycle Research Institute. Met de nieuwe rekenregels is het voor het eerst ook mogelijk om een realistische inschatting te maken van het warmwaterverbruik. Simdeum heet het simulatieprogramma dat KWR daarbij gebruikt. De herziene uitgave van ISSO-publicatie 55 ‘Ontwerpen van collectieve leidingwaterinstallaties’, gebruikt de nieuwe rekenregels en licht deze met voorbeelden toe.
De q√nmethode voor het bepalen van de maximummomentvolumestroom (qv,mm) is inmiddels meer dan zestig jaar oud. De meest eenvoudige vorm houdt alleen rekening met de aanwezige tappunten en geeft per tappunt een standaard volumestroom. Er is in de tussentijd veel veranderd. De samenstelling van de huishoudens is gewijzigd. Rond 1950 hadden woningen slechts drie tappunten, nu zijn dat er circa tien. Het aantal bewoners per m2 gebruiksoppervlak was in die tijd vrij hoog. Dit is nu veel kleiner. Het gebruikersgedrag is sterk veranderd en ook afhankelijk van het soort bewoners/gebruikers, jong, oud, tweeverdiener, gezin, samenwonend, alleenstaand, student, allochtoon, enzovoorts. Ook is er een groot aantal verschillende bad en douchevoorzieningen op de markt verschenen waarvan het watergebruik erg verschillend kan zijn. Het soort douchevoorziening heeft erg veel invloed op de waterafname, zowel per dag als per seconde. Vergelijk bijvoorbeeld de spaardouche en de regendouche.
Auteur(s): Ing. O.W.W. (Oscar) Nuijten, projectcoördinator ISSO, lid van de expertgroep ST van TVVL en de redactieraad van TVVL Magazine, en docent aan de post-bachelor opleiding HIT-W van Avans+