Terug naar de kennisbank

Gelijkwaardigheidverklaring EPC biedt ontwerpvrijheid

Interesse?

Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.

Steeds strengere duurzaamheideisen aan nieuwe utiliteitsgebouwen beperken de ontwerpvrijheid van zowel de gebouwgebonden installaties als het bouwkundig ontwerp. Ontwerpvrijheid is vooral van groot belang bij PPS-trajecten, die de mogelijkheid bieden om op andere zaken dan prijs onderscheid te maken. Om de ontwerpvrijheid te vergroten maakt NEN 2916 het gebruik van een gelijkwaardigheidverklaring voor het opwekkingsrendement mogelijk.

Eind 2007 is de aanbestedingsprocedure voor het PPSproject (Publieke Private Samenwerking) Huisvesting Informatie Beheergroep en Belastingsdienst te Groningen afgerond. De uiteindelijke beoordeling van de biedingen heeft plaatsgevonden op zowel prijs als kwaliteit (o.a. architectuur, functionaliteit, duurzaamheid en integraal ontwerp). Het consortium DUO2 (een samenwerkingsverband van Strukton, Ballast Nedam en John Laing) heeft gekozen voor onderscheid op ontwerp in plaats van concurrentie op prijs.De beschikbare stedenbouwkundige envelop (grondoppervlak x toegestane bouwhoogte) in relatie tot het aantal gevraagde vierkante meters bruto vloeroppervlak (BVO) gaf weinig tot geen ruimte voor architectonische vormgeving van het gebouw. Door DUO2 is daarom besloten om de standaard verdiepingshoogte te verlagen naar 3,3 meter (in plaats van 3,6 meter). Deze verlaging zorgde voor extra ruimte binnen de stedenbouwkundige envelop, die gebruikt kon worden voor de vormgeving. Ook op het bouwkundig budget had deze verlaging een positieve uitwerking. Maar voor de installaties waren er een aantal gevolgen die om een oplossing vroegen:   per verdieping minder hoogte beschikbaar voor installaties (28 cm);   moeilijkere indeling van technische ruimten vanwege de geometrische vorm van het gebouw en de opzet van de hoofddraagconstructie (kolomstructuur);   beschikbaarheid van een minimaal aantal vierkante meters BVO voor technische ruimten.De gestelde duurzaamheideis (EPC van 1,1 of minder) en comforteis (klasse B conform de NPR1752) sturen een installatieontwerp snel in de richting van standaard installatieconcepten, zoals balansventilatie voorzien van WTW, aangevuld met ventilatorconvectoren, inductieunits, klimaatplafonds etc. Dit is normaal gesproken geen probleem. De genoemde bouwkundige restricties noodzaakten het consortium echter om te komen met een alternatief voor een standaard klimatiseringsinstallatie.Moderne gebouwen hebben tegenwoordig een grotere koude dan warmtebehoefte als gevolg van een goede thermische schil, hoge bezettingsgraad en opgestelde apparatuur. Factoren die de gebruiker bepaalt, zijn dominant. In dit project is de interne warmtelast (gebruiker) als vaste waarde in de outputspecificatie opgegeven. Energiebesparing op de koudevraag van het gebouw was in zeer geringe mate te benvloeden. Daarom heeft Duo2 gekeken naar besparing op primaire energie, dus rekening houdend met het rendement van de opwekking. Warmte en koude kunnen behoorlijk efficint geleverd worden, met een rendement dat vaak ver boven de 100% uitkomt (ratio geleverde energie over gebruikte primaire energie), door gebruik van warmtepompen en warmte/koudeopslag. Elektrische energie kan veel minder efficint geproduceerd worden, met een rendement rond de 40%. Het loont dus om energie te besparen door te verschuiven van hergebruik van warmte en koude (warmteterugwinning, WTW) naar besparing 

Auteur(s): Ing. S. (Sebastiaan) Blok, technisch consultant Strukton WorkSphere; T. (Theo) Thijssen MSc, wetenschappelijke medewerker TNO

Lees meer in de PDF