Terug naar de kennisbank

Warmwaterverbruik utiliteitsbouw getoetst met metingen

Interesse?

Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.

Voor de dimensionering van waterleidinginstallaties en de keuze van warmwaterinstallaties bestaan verschillende richtlijnen. Deze leiden vaak tot overdimensionering met mogelijk negatieve energetische en hyginische gevolgen. Ontwerpkentallen kunnen beter afgeleid worden uit realistische afnamepatronen van het waterverbruik over een dag. Het simulatiemodel Simdeum kan het waterverbruik voor verschillende woningtypen en verschillende typologien in de utiliteitsbouw modelleren. Dit is vergeleken met metingen op secondebasis. Simdeum geeft inzicht in het warmwaterverbruik van verschillende gebouwen. Hierdoor vormen de gesimuleerde patronen een zeer betrouwbare basis voor nieuwe ontwerprichtlijnen.

Voor het dimensioneren van waterleidinginstallaties en warmwaterinstallaties is informatie nodig over het te verwachten koud en warmwaterverbruik in een woongebouw of utiliteitsgebouw. In ISSO 30 en ISSO 55 zijn ontwerprichtlijnen opgenomen voor woningen, woongebouwen en utiliteitsgebouwen. Deze voorspellen de te verwachten maximum moment volumestroom (MMV in l/s), waarmee de leidingdiameter van de binneninstallatie wordt gekozen. Voor woningen zijn deze richtlijnen gebaseerd op de qnmethode, afkomstig uit 1954. Voor de utiliteitsbouw zijn ze gebaseerd op metingen uit de jaren tachtig. De MMV die met deze ontwerpregels worden berekend zijn aan de ruime kant [6]. Dit leidt tot het gevaar van overdimensionering, met mogelijk nadelige invloed op de waterkwaliteit en materiaalkosten.Voor de keuze van de warmwaterbereider en de dimensionering van het leidingnet voor warm water zijn nodig de maximum moment volumestroom voor warm water (MMVwarm in l/s) n informatie over de hoeveelheid warm tapwater dat op een dag gedurende een bepaalde tijdsperiode wordt gebruikt. Voor de dimensionering van de warmtapwaterbereider is deze volumevraag van warm water namelijk een belangrijke parameter. Zo wordt de inhoud van een warmtapwatervoorraadtoestel afgestemd op de maximumhoeveelheid warm tapwater die men in een bepaalde tijd nodig heeft. Deze parameter wordt uitgedrukt als maximum warmwatervolume in 10 minuten (MWW10), in 60 minuten (MWW60), in 120 minuten (MWW120 ) en in een dag (MWWdag). De gewenste parameter kan voor andere type warmwaterbereiders anders zijn, oftewel de berekeningsmethodiek is afhankelijk van het type warmwaterbereider dat toegepast wordt. Voor het warmwaterverbruik in woongebouwen en utiliteitsgebouwen bestaan geen duidelijke of eenvoudige richtlijnen. Elke fabrikant heeft een bedrijfseigen methode om de gewenste kentallen te berekenen voor een bepaald gebouw. Deze zijn nooit getoetst aan de huidige praktijk.Nieuwe inzichten in het koud en warmwaterverbruik in gebouwen zijn dus gewenst. Kennis van afnamepatronen kan hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Afnamepatronen geven aan hoeveel koud en warm water in de loop van een dag gebruikt wordt in liter per seconde in bijvoorbeeld een utiliteitsgebouw. Een voorbeeld van een gemeten afnamepatroon voor koud en warmwatergebruik in een zorginstelling is weergegeven in figuur 1.

Auteur(s): Dr.ir. E.J. (Ilse) Pieterse-Quirijns, ing. H. (Hendrik) Beverloo en dr.ir. E.J.M. (Mirjam) Blokker; KWR Watercycle Research Institute, Nieuwegein

Lees meer in de PDF