In nieuwbouwwoningen overtreft de energiebehoefte van warmtapwater meestal die van ruimteverwarming. De technieken die de warmtebehoefte van ruimteverwarming verzorgen zijn bovendien zeer efficint. veel perspectief biedt warmtedistributie met water van relatief lage temperatuur. Hoe lager de distributietemperatuur, hoe beter de mogelijkheden om duurzaam restwarmte uit allerlei bronnen op te wekken of te gebruiken. Deze warmtedistributie leent zich prima voor ruimteverwarming, maar bij warmtapwaterbereiding is er een probleem. NEN 1006 stelt dat de temperatuur aan het tappunt minimaal 55 C is. Dit artikel verkent enkele mogelijkheden om bij warmtedistributie met een lage temperatuur toch een comfortabele warmtapwatervoorziening te realiseren.
UITGANGSPUNTEN De warmtebehoefte van ruimteverwarming van woningen is inmiddels zeer sterk gereduceerd en er zijn vele technieken die daarin op een efficinte manier voorzien. Daarentegen is de warmtebehoefte van warmtapwater de afgelopen jaren toegenomen. Alhoewel er efficinte technieken zijn voor de opwekking van warmtapwater, lijkt het erop dat het primaire energiegebruik van woningen in de toekomst gedomineerd zal worden door het energiegebruik dat nodig is voor warmtapwaterbereiding.In een woning is overwegend warm water nodig met een temperatuur van maximaal circa 40 C. Deze temperatuur leent zich prima voor douches en wastafels. Met name aan het keukentappunt zijn soms hogere temperaturen nodig. De vereiste 55 C heeft dan ook enerzijds betrekking op deze functie en anderzijds op gezondheidsaspecten, zoals het voorkomen . van Legionellauitgroei.
Auteur(s): Ir. M. (Michiel) van Bruggen, De Energiemanager
Lees verder in PDF.