Interesse?

Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.

Installaties in de gebouwde omgeving vragen 40% van de energie in Nederland. Maar de huidige klimaatinstallaties presteren niet conform ontwerp en basisuitgangspunten. Dit blijkt uit onderzoeken van onder meer TNO-Bouw, Halmos, RGD, TVVL en ISSO. Nu is er alleen lokale informatie beschikbaar over de comfortprestaties, maar die moet gekoppeld worden aan globale informatie over het energiegebruik. Daarnaast is een strategie gewenst om meer energie te kunnen besparen met behoud van comfort. 

Het energiegebruik voor het klimatiseren van utiliteitsbouw neemt af. Hierdoor neemt de invloed van de gebruiker toe (de Groot et al 2008, Spiekman et al 2009). Het streven is nu naar een globaal gebouwoptimum van energie en comfort, in plaats van een lokaal ruimtecomfortoptimum. Hiervoor wordt onderzoek verricht naar het effect van verschillende scenarios voor comfort en energiegebruikoptimalisatie. de opgedane inzichten zullen gebruikt worden voor de opzet van het systeemconcept PCRL (Process Control on Room Level).Belangrijk zijn de mogelijkheden om scenarios toe te passen die het menselijk gedrag vertalen in regelstrategien en energiemanagement op ruimteniveau. Energiemanagement op ruimteniveau wordt gedefinieerd als het meten van energiestromen en het energie efficint sturen van installaties op ruimteniveau. Hierbij kan gedacht worden aan het schakelen van verlichting en klimaatvoorzieningen op afwezigheid en het dimmen van verlichting op basis van daglichttoetreding. Ervaring met diverse onderzoeksprojecten leert dat de menselijke invloed op energiemanagement van grote betekenis is. Zo heeft Kropman tijdens het Europeese 5e kaderproject EBOB (Energie Efficint Behaviour in Office Buildings) [5] samen met onder meer TNO onderzoek gedaan om de invloed van de gebruiker mee te nemen in de energiemanagementstrategie in zogenaamde Forgiving Technologie [1, 2]. Dit is erop gericht om het daadwerkelijk gedrag van de gebruiker als uitgangspunt te nemen en zo de instelling van de technische installaties te optimaliseren.In onderzoeksprojecten zoals Smart (Smart building MultiAgent inteRnet Technologie) (Zeiler et al 2002) en IIGO (Intelligent Internet besturing in de Gebouwde Omgeving) [6] zijn de mogelijkheden onderzocht van de toepassing van agent technologie bij comfort en energiemanagement. Dit leidde tot het inzicht dat de gebruiker een centrale rol speelt bij energiemanagement, zie figuur 1.

Auteur(s): prof.ir. w. (Wim) Zeiler,, ir.ing. G. (Gert) Boxem, dr.ir. M.A. (Rinus) van Houten, ir. J.A.J. (Joep) van der Velden, ir.ing. P. (Paul) Noom, ir. J.F.B.C. (Jan-Fokko) Haan, ir. W. (Willem) Wortel, ing. J.W. (Jan Willem) Dubbeldam; TU Eindhoven Faculteit Bouwkunde, unit Building Physics and Systems, Kropman Installatietechniek

Lees meer in de PDF