Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.
Opengaande ramen in kantoren en scholen
Om in Belgie passieve koeltechnieken te stimuleren, moeten quasi-steady-state bepalingsmethodes ontwikkeld en ingevoerd worden. Uitgaande van de Europese norm EN 13790 ontwikkelden de auteurs van dit artikel een bepalingsmethode voor opengaande ramen in kantoren en scholen zonder actieve koeling. Samen met het ventilatiedebiet bepalen een temperatuurcorrectiefactor en een tijdsfractie van gebruik het extra ventilatieverlies. De auteurs leidden de twee laatstgenoemde factoren af aan de hand van dynamische Trnsys-simulaties van drie referentiegebouwen. De validatieresultaten tonen een duidelijk verband tusssen de oververhittingindicator, afgeleid uit de EPB-berekening en de temperatuuroverschrijdingen voorspeld door Trnsys.
Als eerste soort verandert de mens bewust de aarde. Nu ondergaat het klimaat een verandering die mogelijk kritiek zal blijken, althans voor de mens en andere levende organismen. Daarom nemen overheden wereldwijd maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Anderzijds raakt de voorraad fossiele brandstoffen uitgeput. Dit vereist in eerste instantie een collectieve reductie van het energiegebruik, naast het aanwenden van hernieuwbare energiebronnen. Een voorbeeld: in Europa was de bouwsector goed voor 40% van het energiegebruik en daarom keurde het Europees Parlement in 2002 de richtlijn Energieprestatie van Gebouwen 2002/91/EG (EPBD) [1] goed. Samengevat dienen de lidstaten onder andere aan de volgende voorwaarden te voldoen: de ontwikkeling van een gezamenlijke aanpak voor de berekening van de energieprestatie van gebouwen en het invoeren van minimumeisen voor zowel nieuwe als bestaande gebouwen die grondig aangepakt worden.De lidstaten voerden bestaande bepalingsmethoden in en ontwikkelden nieuwe; jammer genoeg zonder de nodige samenwerking en informatieuitwisseling. Dit blijkt uit een literatuurstudie, waarbij onder andere Europese normen en normen van het Vlaams Gewest (Belgi ), Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk onder handen zijn genomen. In het bijzonder bepalingsmethoden van tijdelijk verhoogde ventilatiedebieten, zoals het openen van ramen of mechanische dag of nachtventilatie, zijn zeldzaam of ontbreken zelfs. Daar staat tegenover dat passieve koeltechnieken voor een enorm besparingspotentieel zorgen, zoals aangegeven door onder andere Rijal et al. [4], Breesch & Janssens [5]. Het thermisch comfort is beter, er zijn kleinere of geen koelinstallaties nodig en het energiegebruik ligt dus navenant lager. Bovendien ontlast een verminderde piekkoelvraag de energieproductiesector. Kortom, er moeten nieuwe bepalingsmethoden ontwikkeld en ingevoerd worden om het gebruik van tijdelijk verhoogde ventilatie aan te moedigen. Als onderdeel van het onderzoekspoject Epicool, financieel gedragen door IBGEBim, ontwikkelden de auteurs een methode om de impact van tijdelijk verhoogde ventilatie via opengaande ramen gedurende de dag in kantoren en scholen te begroten. Deze methode wordt in dit artikel beschreven. Omdat in Belgi. de nadruk ligt op een maandgemiddelde quasisteadystate methode, geldt deze correlatiemethode als startpunt.
Auteur(s): Ir.-Arch. K. Goethals en prof.dr.ir.-arch. Arnold Janssens, onderzoeksgroep Bouwfysica, Constructie en Klimaatbeheersing, Faculteit Ingenieurswetenschappen, Universiteit Gent