Terug naar de kennisbank

Integrale prestatieanalyse van gebouwen met behulp van sensoren

Interesse?

Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.

Hoe kunnen verschillende datastromen binnen een gebouw worden samengevoegd ten behoeve van de integrale analyse van de energieprestatie van het gebouw en het binnenklimaat? In dit artikel wordt dit beschreven aan de hand van analyses die het afgelopen jaar zijn uitgevoerd. We laten onder andere zien hoe de maatregelen naar aanleiding van de corona-pandemie de bezettingsgraad van het Atlasgebouw van de TU Eindhoven beïnvloedden, én hoe de bezettingsgraad de energieprestaties van het gebouw beïnvloedde.
 
Volgens de literatuur kan in de meeste gebouwen 14-50% thermische energie en 9-13% elektrische energie worden bespaard door de gebouwregeling te verbeteren [1]. Naast energie wordt ook steeds meer onderzoek gedaan naar het bewaken en optimaliseren van de kwaliteit van het binnenmilieu, vooral in kantoor- of onderwijsgebouwen [2,3]. De kwaliteit van het binnenmilieu beïnvloedt de gezondheid, het beleefde comfort en de productiviteit van de gebouwgebruikers. Met de ervaring van de coronapandemie is het belang van een goede luchtkwaliteit eens te meer zichtbaar geworden. Vanuit kostenoogpunt is het verstandig om te investeren in een goede kwaliteit van het binnenmilieu. Uit de literatuur blijkt een kostenverhouding van 1:5:200, waarbij voor elke euro die wordt uitgegeven aan bouwkosten van een gebouw, er vijf worden uitgegeven aan onderhoud en exploitatie van het gebouw en 200 aan personeels- en bedrijfskosten [4]. Gegeven het effect op de gezondheid en productiviteit van het personeel, kan het rendement op verbeteringen van het binnenmilieu dus hoog zijn; het daadwerkelijke effect van die extra investering zou dan bij voorkeur moeten worden ondersteund door een grondige evaluatie van de gebouwprestaties [5].

Lees meer in de PDF

Auteurs: Dr. A. (Ádám) Bognár, dr.ir. M.G.L.C. (Marcel) Loomans, dr.ir. T (Twan) van Hooff, dr.ir. P.J. (Pieter-Jan) Hoes, Eindhoven University of Technology