Interesse?

Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.

In monumenten met een museale functie

Wat is eigenlijk een verantwoord binnenklimaat voor musea?  Het antwoord op deze vraag was tot nog toe afhankelijk van het perspectief waarmee deze werd benaderd. De collectiebeheerder vond een zeer stabiele RV voorwaardelijk, de monumenten  verantwoordelijke accepteerde dit zo lang ingrepen met respect voor het gebouw werden uitgevoerd en de projectleider was  gelukkig als het geheel in een vooraf vastgestelde termijn kon  worden beklonken. 

Er is iets veranderd in Nederland. Deze verandering is in 2005 ingezet met een vraag die de Erfgoedinspectie (EGI) zichzelf stelde: “Hoe goed is het klimaat in de voormalige rijksmusea eigenlijk en hoe verhoudt dat wat zij nu aan museaal binnenklimaat hebben tot de oorspronkelijk gestelde eisen?” In 2007 is het project getiteld Luchtspiegelingen [1], dat de Erfgoedinspectie samen met de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) uitvoerde, afgerond [2]. Het onderzoek viel uiteen in twee delen: klimaatmetingen van eind 2003 tot eind 2005 in drie belangrijke museale instellingen en een onderzoek naar de dagelijkse omgang met het binnenklimaat van deze musea. De drie bestudeerde musea waren het Amsterdamse Scheepvaartmuseum Depot (nieuw depotgebouw met hightech installatie), het Mauritshuis (monumentaal gebouw met uitgebreide klimaatinstallatie) en de Haagse Gevangenpoort (monumentaal gebouw zonder noemenswaardige klimaatinstallatie). Het Instituut Collectie Nederland (ICN) was gesprekspartner bij het onderzoek en in de klankbordgroep waren de Rijksgebouwendienst (Rgd) en de Rijksdienst Archeologie, Cultuur-landschap en Monumenten (RACM) vertegenwoordigd.

Auteur(s): dr.ir. H. Schellen, dr. B. Ankersmit, ir. E. Neuhaus en ir. M. Martens

Lees meer in de PDF