Interesse?

Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.

Een pomp is meer dan een apparaat dat rioolwater van punt A naar B brengt. Het functioneert in een systeem dat aan eisen van de omgeving moet voldoen en niet tot overstorten of water op straat mag leiden. Sterker nog: een pomp moet tegenwoordig in zijn totale lifecycle worden beoordeeld en is vaak in een ingewikkelde EMVI-formule doorberekend op energiezuinigheid. Hoe kan de pomp als asset worden ingezet om al deze uitdagingen het hoofd te bieden?

Toen de eerste gemalen in Nederland gebouwd werden, hadden die slechts één functie en wel ‘het ledigen van het rioolstelsel en het transporteren van het rioolwater naar de afvalwaterzuiverende werken’. Een werktuigbouwkundige functie dus. De aandacht voor het functioneren van het gemaal beperkte zich tot de ontvangkelder die voldoende leeg moest zijn. Een lokale functie, die ook lokaal werd gestuurd. In die tijd ging praktisch alle aandacht uit naar de zuiveringen. Nu die allemaal gebouwd zijn en de transportsystemen zich alweer aan het einde van hun economische levensduur bevinden, komt de aandacht weer terug. En terecht, want er ligt een kapitaal in de grond waarvan de vervangingswaarde in deze tijden simpelweg niet op te brengen is. We willen en moeten langer gebruik maken van onze pompen en persleidingen. En dat kan ook. Hier verschijnt de volgende stip op de horizon. Gemeenten gaan steeds intensiever samenwerken met waterschappen om maximaal efficiënt te zijn in het geheel van inzameling, transport en zuivering van afvalwater. En dit betekent dat het gemaal niet meer een lokaal functionerend eiland is, maar een optimaal draaiend radertje in het grote geheel.

Auteurs: C. (Christof) Lubbers, A. (Aris) Witteborg; Royal HaskoningDHV

Lees meer in de PDF