Terug naar de kennisbank

Evaluatie energieprestatie passieve schoolgebouwen

Interesse?

Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.

Impact van gebouweigenschappen en randvoorwaarden

Op 23 mei 2008 gaf de Vlaamse Regering groen licht voor de bouw van 24 pilotprojecten volgens de passiefhuisstandaard. De projecten werden verspreid over alle provincies en onderwijsnetten en omvatten een totale bouwoppervlakte van 65.565 m. De prestatie-eisen van de passiefhuisstandaard worden gecontroleerd met quasi-statische rekenmethoden, waarbij het gebouw wordt gemodelleerd als n zone met een gemiddelde binnentemperatuur. Dit artikel onderzoekt de nauwkeurigheid van deze aanname.

In het Vlaamse decreet betreffende energieprestatie in scholen dd. 07/12/2007 staan de volgende criteria voor passieve schoolgebouwen:    15 kWh/(m.a) energiebehoefte verwarming;    15 kWh/(m.a) energiebehoefte koeling;  luchtdichtheidsgraad 50 Pa (n50) . 0,6 h1;  maximaal energieprestatiepeil E55.Om na te gaan of schoolgebouwen voldoen aan de criteria voor passiefscholen wordt gebruik gemaakt van twee quasistatische maandgemiddelde rekenmethoden gebaseerd op EN ISO 13790:   rekenmethode uit bijlage 2 van het energieprestatiebesluit, gemplementeerd in de VEA energieprestatiesoftware (EPB);  PHPP 2007 (deelaanpak schoolgebouwen).In onderzoek [1] werden specifieke randvoorwaarden voor scholen ontwikkeld en gemplementeerd in bovenstaande rekentools. De gebruikskarakteristieken en randvoorwaarden werden vastgelegd op basis van een analyse van nationale en internationale regelgeving en normen over energieprestatie, binnenluchtkwaliteit en comfort in (school)gebouwen. En van deze parameters is de maandgemiddelde binnentemperatuur. Deze temperatuur wordt vastgelegd voor het schoolgebouw, onafhankelijk van gebouweigenschappen, gebouwgebruik en weerdata. Dit artikel evalueert de nauwkeurigheid van deze aanname aan de hand van dynamische simulaties van een referentie kleuterschoolgebouw. In de eerste plaats wordt het belang van een nauwkeurigere bepaling van de gemiddelde binnentemperatuur in functie van indeling in lokalen aangetoond. Daarnaast wordt de impact van de thermische capaciteit en het isolatieniveau op de binnentemperatuur en energievraag voor verwarming gellustreerd.

Auteur(s): B. (Barbara) Wauman,, H. (Hilde) Breesch, D. (Dirk) Saelens.KAHO St-Lieven, onderzoeksgroep Duurzaam Bouwen, Gent; .Afdeling Bouwfysica, KU Leuven, Leuven

Lees meer in de PDF