Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.
Bijna 200.000 woningen vergeleken
Het energielabel en de EPC zijn in het leven geroepen om op den duur energiebesparing en gebruik van duurzame energiebronnen in gebouwen te stimuleren. Daarnaast schrijft de EPC een minimale energieprestatie voor. Noch de EPC noch de energielabelmethodiek zijn bedoeld als rekeninstrument om een betrouwbaar beeld van het werkelijk energiegebruik in een gebouw te verkrijgen. Het theoretische energiegebruik dat de basis vormt voor het energielabel en de EPC, komen niet n op n overeen met het werkelijke energiegebruik in een gebouw: energielabel en EPC gaan over de gebouwkwaliteit en niet over het gebruik van het gebouw zelf. Toch worden ze stelselmatig gebruikt om de haalbaarheid van energiebesparingsmaatregelen en energiebesparingsbeleid. te toetsen. Daardoor is het belangrijk dat de match tussen berekening en werkelijkheid goed is. Dit artikel gaat specifiek in op de energielabels van woningen en over de verschillen tussen het. berekende en het werkelijke energiegebruik in bijna 200.000 woningen.
Een artikel gepubliceerd in de TVVL Magazine van juni 2010 [1] doet verslag van een onderzoek naar het theoretische en werkelijke energiegebruik voor verwarming in woningen gebouwd na 1995. Het geprognosticeerde energiegebruik is het theoretische gebruik waarmee de EPC berekend wordt. Het werkelijke energiegebruik werd vastgesteld op basis van de door de bewoners doorgegeven energienota en/of meterstanden. De resultaten waren gebaseerd op een steekproef van 248 woningen. De representativiteit. en dus de validiteit van de resultaten. werd getoetst d.m.v. verschillende vergelijkingen met de WoONdatabase. Die geldt als representatief voor de Nederlandse woningvoorraad.
Auteur(s): Ir. D. (Daa) Majcen, dr. L.C.M. (Laure) Itard en prof.dr.ir. H.J. (Henk) Visscher, Technische Universiteit Delft, Onderzoeksinstituut OTB