Terug naar de kennisbank

De bruikbaarheid van een ‘in vitro’-test

Interesse?

Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.

Eerste stap bepalen binnenluchtkwaliteit 

Er lijkt een link te zijn tussen verschillende gezondheidseffecten en blootstelling aan deeltjes en stoffen uit het binnenmilieu. De mechanismen hierachter worden nog steeds niet volledig begrepen. Het in vitro-testen is een alternatief voor het blootstellen van personen of dieren aan specifieke omgevingscondities in een labomgeving. Onder gecontroleerde condities wordt een bepaalde procedure buiten een levend organisme uitgevoerd. De bruikbaarheid hiervan is onderzocht met menselijke longcellen. De procedure voor het testen van de emissies van geurkaarsen, haarlak en spray heeft zowel tot reproduceerbare testcondities als reproduceerbare toxicologische resultaten geleid.

INLEIDING Al meer dan dertig jaar toont onderzoek relaties aan tussen de aanwezigheid van deeltjes in de buitenlucht (PM) en toenemende gezondheidsproblemen [1]. Voor binnenluchtverontreiniging, in het bijzonder ultra fijne deeltjes, lijkt die link met gezondheid ook aanwezig [2]. Toxicologisch bewijs geeft echter aan dat andere aspecten van deeltjes dan massa (gewicht), waarop de huidige (buitenlucht)richtlijnen zijn gebaseerd, de toxiciteit bepalen [1]. Veel stoffen die binnenshuis worden gegenereerd zijn semivluchtig, zoals fthalaten, brandvertragers, polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAKs), chlorofenolen, pesticiden, organotinen en metalen. Deze stoffen kunnen adsorberen aan de in de lucht of huisstof aanwezige deeltjes en kunnen worden ingeademd of ingeslikt, afhankelijk van de grootte. Vijftig tot tachtig procent van binnen voorkomende ultrafijne deeltjes (UFP) wordt ook binnen geproduceerd [2] door het gebruik van kook en verwarmingstoestellen,  in sigarettenrook, door brandende kaarsen, stofzuigen en andere huishoudelijke activiteiten.

Auteur(s): Dr.ir. P.M. (Philomena) Bluyssen en dr.ir. I.L. (Ilse) Tuinman, TNO Delft

Lees meer in de PDF