Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.
Via afvoer- en ventilatiesystemen in gebouwen
De rol van een afvoersysteem in gebouwen wordt binnen het geheel van installaties zelden herkend als een vitaal onderdeel om verspreiding van besmettelijke bacteriën te voorkomen. Een goed functionerend waterslot vervult in het afvoersysteem daarbij een belangrijke rol. Tot voor kort werd de hinder van een niet goed functionerend waterslot ervaren als slechts stankoverlast en niet als een gevaar voor het verspreiden van besmettelijke ziekten. Echter de verspreiding van het SARS-virus via een afvoersysteem in het Amoy Gardens complex in maart 2003 – met als resultaat 42 besmettingen – benadrukt het belang van het goed ontwerpen en functioneren van afvoersystemen met als doelstelling het risico op de verspreiding van, via de lucht, besmettelijke ziekten te voorkomen. Inzicht in de factoren die bijdragen aan het verspreiden van gassen via het afvoersysteem is onontbeerlijk. De Drainage Research Group van de Heriot Watt Universiteit in Edinburg verricht al jaren onderzoek naar de stroming in afvoersystemen. Men heeft de SARS-besmetting uitvoerig geanalyseerd en vervolgens in het laboratorium een testoptelling gemaakt om het gedrag van de luchtstroming in de leidingen te onderzoeken. Vervolgens heeft men geprobeerd met het rekenmodel AIRNET de stroming in een proefopstelling te simuleren. Doel van dit onderzoek is de invloed van de werking van watersloten te testen.
STROMING IN EEN AFVOERSYSTEEM Allereerst een beschouwing van de stroming in een afvoersysteem. Na de lozing in een sanitaire toestel stromen water en eventueel fecaliën vanuit de liggende leiding in de standleiding. Daarbij ontstaat in veel gevallen een watergordijn (is een hydraulische afsluiting) ter plaatse van de aansluiting van de liggende leiding op de standleiding. De stroming vervolgt zich grotendeels langs de wand van de standleiding –20 % van de stroom valt in de kern– die zich handhaaft tot aan de voet van de standleiding. Figuur 1 toont het theoretische gestileerde drukverloop in de standleiding. In werkelijkheid treedt een grilliger verloop van de druk op. Afhankelijk van de mate van de afsluiting door het watergordijn treedt in de standleiding een grote of kleinere onderdruk op. De stroming in de standleiding zuigt bovendien lucht aan via de ontspanningsleiding door het dak en dit resulteert in een (kleinere) onderdruk in de standleiding en een overdruk in de voet van de standleiding. Als de lucht door de stroming in de standleiding treedt, ontstaat verderop in het afvoersysteem een drukvariatie.
Auteurs: L.B. Jack*, Vertaling en bewerking W.G. van der Schee** en W.J.H. Scheffer*