Interesse?

Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.

In een beetje slim gebouw kun je het comfort als gebruiker bijstellen met een app. De temperatuur een graadje hoger of lager, geen probleem. De gebruiker vraagt ook om mogelijkheden om het binnenklimaat in de werkomgeving meer zelf te kunnen beïnvloeden. Vraag is of apps in de praktijk ook werkelijk worden gebruikt. Dit artikel geeft aan de hand van praktijkdata een evaluatie van het gebruik van een comfort-app in het kantoor van DWA in Gouda. Het is een vervolg op het eerder verschenen artikel 'Evaluatie klimaatklasse A in de praktijk'. 

Persoonlijke beïnvloeding van het binnencomfort speelt een belangrijke rol in de comfortperceptie [1,2,3]. Gebouwinstallaties zorgen voor een binnencomfort dat zoveel mogelijk voldoet voor een gemiddelde gebruiker van een gebouw, bijvoorbeeld in een kantoor. Maar onze persoonlijke voorkeuren zijn verschillend, de een vindt een koelere werkomgeving nu eenmaal fijner dan de ander. Om klimaatklasse A te halen stelt 1550 7 4 daarom ook persoonlijke beïnvloeding van het binnenklimaat als voorwaarde [1]. In een vorige publicatie is onderzocht hoe de persoonlijke beïnvloeding functioneert in de praktijk als je met een gebruikers-app te werk gaat. Heeft bijstelling van de temperatuur ook effect? Ten gevolge van regelstrategieën zoals die in de praktijk gehanteerd worden is dat niet altijd het geval [4]. Ondanks beperkingen in het effect wordt de gebruikers-app wel gebruikt. Dat is het onderwerp van deze publicatie. Hoe vaak wordt de gebruikers-app gebruikt, en is daarin een bepaald patroon in te ontdekken? 

Relevantie
De antwoorden op die vragen zijn interessant om meerdere redenen: 
•    Het biedt waardevolle informatie over het nut van gebruikers-apps.
•    Het biedt gebruikersfeedback over het binnenklimaat. Als er buitensporig vaak op de app gedrukt wordt voor bijstelling, dan is dat een signaal dat er iets niet in orde is met het binnenklimaat.
•    Als het comfort wel in orde is – dat wil zeggen temperaturen vallen binnen de Adaptieve Temperatuur Grenswaard es (ATG)- in welk gebied wordt er dan om bijstelling gevraagd?
•    Hoe vaak 'verstoort' het gebruikersgedrag de normale operatie van de installatie? Dat bezwaar wordt soms geopperd bij het toepassen van gebruikers-apps. Doen de gebruikers-wensen de wenselijke energieprestatie mogelijk weer te niet? Ook is het van belang in het kader van strategieën voor energieflexibiliteit zoals die ontwikkeld worden binnen het project 'Brains4Buildings' [5]. Om netcongestieproblemen het hoofd te bieden wil je graag de piekbelasting van een gebouw actief kunnen sturen. Je wilt dan bijvoorbeeld eerder koelen of verwarmen om de piekvraag op een ander en meer gunstig moment te laten vallen. Dat heeft echter ook impact op het binnencomfort. De temperatuur mag even wat oplopen of wat dalen. Wat is dan je speelruimte en hoeverre wordt dit weer tenietgedaan door het gebruikersgedrag met gebruikers-apps? 

Auteur: Dr. Ir. Kees Wisse, DWA

Lees meer in de PDF