Interesse?

Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.

Hoogbouw bestaat bij de gratie van liften, en niet andersom. De liftkern in hoge torens is in functionele zin de slagader van het gebouw en in constructieve zin de ruggengraat. Sinds Elijah Graves Otis in 1854 de vanginstallatie uitvond werd liftgebruik voor personen veilig en bleek de belifting niet langer de beperkende factor voor hoog bouwen. Sindsdien heeft hoogbouw wereldwijd een vlucht genomen, waarbij vooral in Noord-Amerika en steeds vaker in Azi grenzen worden verlegd. Momenteel is de Taipei 101 met 508 meter het hoogste gebouw ter wereld, maar in Dubai zal nog dit decennium de eerste toren van meer dan 800 meter verschijnen.

Wereldwijd bepalen diverse aspecten de praktische begrenzingen voor hoog bouw per regio. Het gaat hierbij in het bijzonder om: – nancile aspecten (kosten arbeids loon en grond); – bouwtijd (fasering, investeringsrisico en arbeidstijd per dag); – bodemgesteldheid (fundering); Millenniumtoren te Rotterdam (132 m) – FIGUUR 1 – prestige; – aardbevingsrisico en windrisico; – toegankelijkheid/mobiliteit op maaiveldniveau; – regelgeving (constructief, daglicht toetreding); – energiegebruik en efcintie. De haalbaarheid van hoogbouwplannen wordt in Nederland vaak sterk geminimaliseerd door onze bodemgesteldheid, de investeringsrisicos die met dergelijke grote projecten zijn gemoeid en de terughoudendheid van huurders om zich vroegtijdig aan dergelijk projecten te committeren.

Auteur(s): ir. J. Wit

Lees meer in de PDF