Interesse?

Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.

In eerdere nummers van TVVL Magazine (1, 2, 3, 4) zijn de achtergronden van de Adaptieve Temperatuurgrenzen (ATG), uitgebreid beschreven. Bij de ATG-methode is de temperatuurgrens waarop de temperatuuroverschrijdingen worden beoordeeld, vooral bij de natuurlijk geventileerde gebouwen en in een deel van de hybride gebouwen, hoger dan bij de TO- en GTO-methode. Bij de TO- en GTO-methoden zijn hogere temperaturen mogelijk, maar is de tijd dat dit mag voorkomen begrensd. (zie kader 1). Omdat er nog weinig ervaring met de nieuwe richtlijn is opgedaan heeft de Rijksgebouwendienst (Rgd) in samenwerking met de Technische Universiteit Delft onderzoek gedaan naar de toepasbaarheid van de ATG-methode in de praktijk. Dit onderzoek is uitgevoerd als afstudeeronderzoek van M. van Beek. Voor de Rgd is de ATG-methode naar verwachting geschikter dan de GTO-methode bij het formuleren en monitoren van de Prestatie- en Outputspecificaties, vooral bij het afsluiten van prestatiecontracten bij PPS – constructies. Een belangrijk deel van dit onderzoek is als een afstudeeronderzoek uitgevoerd, met als doelstelling de meerwaarde van de ATG-methode in de praktijk ten opzichte van de GTO-methode te verduidelijken. Een ander doel van het onderzoek was het vaststellen van verbeterpunten van ISSO-publicatie-74. In dit artikel worden enkele belangrijke aspecten van het onderzoek belicht.
Daarnaast worden er internationaal een groot aantal onderzoeken uitgevoerd naar de verschillen tussen analytische thermische comfortmodellen (bijvoorbeeld PMV-model) en empirische modellen (bijvoorbeeld ATG-model). Voorbeelden zijn recente Duitse onderzoeken [6, 7] waaruit blijkt dat adaptieve modellen het thermisch comfort beter voorspellen dan het ISO7730/PMV-model.

Het onderzoek vond plaats in de zomer van 2005 in vier gebouwen van de Rijksoverheid. In ieder gebouw zijn tien ruimtes onderzocht waar gedurende minimaal vijf weken simultaan uitgebreide fysische metingen zijn uitgevoerd en de waardering van het thermische binnen – klimaat door de gebruikers is geregistreerd. In tabel 1 is een overzicht gegeven van de voornaamste kenmerken van de onderzochte ge bouwen. Deze kenmerken zijn bepaald op basis van bouwdocumentatie en onderzoek ter plaatse.

Auteurs: ing. S.R. Kurvers*,**, ir. M. van Beek***, ir. H.H.E.W. Eijdems****, ir. A.C. van der Linden* en ing. J.M.J.M. Mimpen****.
Lees meer in de PDF

* Faculteit Bouwkunde, Afdeling Bouwtechnologie/Climate Design, Technische Universiteit Delft.
** Apogeum Binnenmilieu Consult, Gouda.
*** Peutz BV, Zoetermeer.
**** Rijksgebouwendienst, Advies en Architecten, Den Haag.