Terug naar de kennisbank

Adaptief thermisch comfort in basisschool leslokalen

Interesse?

Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.

Onderzoek naar op PMV gebaseerde temperatuur-grenswaarden

Kan de PMV-methode gebruikt worden om temperatuurgrenswaarden te bepalen voor niet-kantoorgebouwen en specifiek voor leerlingen in een basischool klaslokaal? En kan met deze methode dan het thermisch comfort preciezer worden voorspeld? Dit door te kijken of de parameters van thermisch comfort gedurende het jaar veranderen, bijvoorbeeld onder invloed van het buitenklimaat. Welke andere mogelijk kortere termijn invloeden zijn bovendien op te merken. Bij onderzoek hiernaar was er extra aandacht voor de gemiddelde kledingweerstand van kinderen in leslokalen. Het onderzoek is verricht in drie verschillende scholen in Eindhoven, waarbij in iedere school in n klaslokaal de meting heeft plaatsgevonden.

Mensen in ontwikkelde landen verblijven ongeveer 80% van de tijd binnen. Het binnenklimaat heeft hierdoor een grote invloed op de gezondheid en kwaliteit van het leven. Thermisch comfort is een indicator voor een groot aantal eigenschappen van het binnenklimaat. Voor leslokalen geldt dat het binnenklimaat niet alleen invloed heeft op comfort en gezondheid, maar ook op de leerprestaties [1].Er zijn verschillende manieren om het thermisch comfort te voorspellen. Dit kan met de PMVmethode, die uitgaat van de samenhang tussen warmtebalans, thermische sensatie en thermisch comfort, zoals door Fanger onder laboratoriumomstandigheden vastgesteld [2]. De voorspelling kan ook bepaald worden met methoden die zich baseren op metingen in veldsituaties, zoals bij de Adaptieve Temperatuur Grenswaarden gedefinieerd in ISSO 74 [3] of Ashrae standard 55 [4]. Hierbij wordt de tijdgewogen buitentemperatuur als onafhankelijke variabele gebruikt.De berekening van de PMV gebeurt op basis van fysiologische kenmerken van het menselijk lichaam en de thermische balans met de omgeving. Op een persoonlijk niveau zijn dit de kledingweerstand en fysieke activiteit. De omgeving is in deze zin bepaald door de luchttemperatuur, stralingstemperatuur, luchtvochtigheid en luchtsnelheid. De berekening geeft de gemiddelde thermische sensatie voor een grote groep mensen; fysiologische variatie en psychologische effecten worden hierin niet meegenomen. Voor volledig geklimatiseerde gebouwen kan met deze methode de comfortabele conditie accuraat voorspeld worden, maar in freerunning gebouwen wordt de thermische sensatie (tabel 1) in de winter onderschat en in de zomer overschat. Psychologische adaptatie is een verklaring voor deze afwijking. Dit effect wordt beschreven door onder andere de Dear et.al. [5] en Humphreys en Nicol [6].

Auteur(s): Ir. S. (Sander) ter Mors, prof.dr.ir. J.L.M. (Jan) Hensen, dr.ir. M.G.L.C. (Marcel) Loomans, Technische Universiteit Eindhoven; ir. Atze C. Boerstra, BBA Binnenmilieu en Technische Universiteit Eindhoven

Lees meer in de PDF