Interesse?

Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.

Op grond van het Trias Energetica principe [1] wordt de gebouwschil steeds beter gesoleerd en materiaalaansluitingen worden voorzien van goede naad en kierdichtingen. Uit gezondheidsoverwegingen moeten binnenruimten goed worden geventileerd met voldoende verse buitenlucht. Het Trias Energetica principe leidt, in een gebalanceerde mechanische ventilatie-installatie, tot de toepassing van hoog rendement warmteterugwinning. De gecombineerde bouwkundige en werktuigbouwkundige maatregelen resulteren in de winter in een aanzienlijke vermindering van transmissie, inltratie en ventilatieverliezen. Diezelfde winterse maatregelen leiden echter in de lente, zomer en herfst tot een meer dan evenredige vergroting van de koelbelasting. Gebouwen gedragen zich dan als echte thermosessen, namelijk een gering warmteverlies gecombineerd met een lage warmtecapaciteit. Onder druk van de Energie Prestatie Normering vindt in de Nederlandse gebouwde omgeving zodoende een verschuiving plaats van steeds minder verwarmen naar steeds meer koelen [2]. De substitutie van verwarmingsvermogen en warmte-energie door koelvermogen en koudeenergie zal uiteindelijk niet leiden tot een duurzame autarkische, dat wil zeggen zelfvoorzienende, gebouwde omgeving. Een verdergaande reducering van het energiegebruik is dan alleen nog mogelijk door decentrale actieve warmte opslag in gebouwen [9]. Gebouwen gaan zich dan als goed gesoleerde Romaanse kerken gedragen, met een van nature constante binnentemperatuur. Hier moet er direct op worden gewezen dat wordt gesproken van warmte (en koude-) opslag in de gebouwmassa en niet over warmte (en koude) opslagsystemen in werktuigbouwkundige installaties zoals ijstanks of thermische waterbuffers. Wel mag worden geconcludeerd dat het nog beter isoleren van gebouwen geen extra energiebesparing meer oplevert. Meerdere systemen voor decentrale energieopslag in gebouwen zijn toepasbaar. Dit artikel bespreekt gerealiseerde projecten in Nederland met actieve latente warmteopslag in fasen overgangsmaterialen of beter bekend onder de Engelse afkorting; PCMs (Phase Change Materials).

36 BINNENMILIEU Het principile verschil tussen passieve en actieve warmteaccumulatie in de gebouw massa kan, onzes inziens, het beste worden omschreven als: De warmteoverdracht bij een actief opslagsysteem wordt direct geregeld, gestuurd en ondersteund door een mechanische warmte (en koude-) productie. Bij passieve systemen wordt gebruik gemaakt van natuurlijke warmte (en koude-) bronnen en vindt niet altijd een aansturing en regeling plaats van de koude opname en warmte afgifte van de buffer. Een tweede verschil tussen warmte opslagmogelijkheden in gebouwmassas betreft: – warmte opslag kan plaats vinden in de vorm van voelbare warmte, dat wil zeggen tijdens het accumuleren van warmte zal de temperatuur van het opslagmedium stijgen; – of de opslag vindt plaats in de vorm van latente warmte.

Auteur(s): P. van Holten, ir. A.H.H. Schmitz, E. Schrijver en O. ten Zeldam

Lees meer in de PDF