Interesse?

Download dan direct de PDF of lees eerst het beknopte overzicht.

De Europese Richtlijn voor Energieprestatie van Gebouwen (EPBD) is begin 2003 goedgekeurd. De overgangsperiode is, afhankelijk van het artikel, 3 tot 6 jaar. De Europese Commissie voor Normalisatie (CEN) heeft verschillende normen ontworpen om lidstaten te helpen bij het ten uitvoer brengen van de richtlijn. Eén van deze normen is de norm “inputparameters van het binnenklimaat voor het ontwerp en de beoordeling van de energieprestatie van gebouwen – gericht op binnenluchtkwaliteit, thermische omgeving, verlichting en akoestiek”. De norm omschrijft ontwerpwaarden voor het binnenklimaat, waarden die dienen te worden gebruikt in energieberekeningen en methoden waarmee het omschreven binnenklimaat in gebouwen kan worden gecontroleerd. De norm omvat methoden voor de beoordeling van het binnenklimaat op lange termijn. Dit artikel beschrijft de filosofie en een aantal van de uitgangspunten die worden gebruikt in de norm en geeft voorbeelden die in de norm worden voorgedragen. Een conceptnorm heeft het internationale herzieningsproces doorstaan en is nu definitief goedgekeurd tijdens de formele uitspraak.

Het Europese Parlement en de Raad hebben in december 2002 een richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen (EPBD) goedgekeurd. Deze richtlijn vereist van de lidstaten dat zij:
1. een uitgebreide methodologie ontwikkelen voor berekening van de geïntegreerde energieprestatie van gebouwen en HVAC-systemen, inclusief verwarming, koeling, ventilatie en verlichting;
2.minimumeisen stellen aan de energieprestatie van nieuwe gebouwen;
3.deze eisen toepassen in bestaande gebouwen;
4. een energiecertificeringssysteem ontwikkelen voor gebouwen;
5.verwarmings- en airconditioningssystemen regelmatig laten inspecteren.
Het energiegebruik van gebouwen hangt in belangrijke mate af van de criteria die worden gebruikt voor het binnenklimaat, die ook de gezondheid, de productiviteit en het comfort van de gebouwgebruikers beïnvloeden. Het opstellen van een energienorm zonder een norm die is gerelateerd aan het binnenklimaat heeft geen zin. Het binnenklimaat wordt verschillende keren genoemd in de EPBD. Allereerst  dienen maatregelen om energie te besparen het comfort en de gezondheid van de gebouwgebruikers niet nadelig te beïnvloeden. Ten tweede wordt aanbevolen om in het gebouw, naast het energiecertificaat en de werkelijke waarden voor het energiegebruik, de ontwerpwaarden voor het binnenklimaat en de comfortindicatoren van de ruimte te tonen. Daarom bestaat er een behoefte om criteria te specificeren voor ontwerp van het binnenklimaat, een behoefte aan energieberekeningen, aan een prestatie-evaluatie en aan een weergave van de condities waarop het binnenklimaat van het gebouw wordt geregeld.
Dit artikel beschrijft hoe ontwerpcriteria van het binnenklimaat zijn bepaald voor de dimensionering van systemen en voor energieberekeningen, in navolging van de norm. Het artikel legt de nadruk op een aantal nieuwe uitgangspunten in de norm, zoals de verschillende binnenklimaatcategorieën, het verschil tussen nagestreefde waarden voor de dimensionering en energieberekeningen, uitgangspunten voor bepaling van ventilatievouden en beoordeling van het binnenklimaat. Voor de dimensionering en energieberekeningen worden verschillende benaderingen geïntroduceerd voor mechanisch gekoelde gebouwen, en voor gebouwen zonder mechanische ventilatie. Tot slot zal dit artikel een aantal kwesties behandelen dat naar voren is gekomen tijdens de publieke herziening.

Auteur: B. W. Olesen
Vertaling van “The philosophy behind EN15251: Indoor environmental criteria for design and calculation of energy performance of buildings”, door mw. P.M. Briggen BSc, afstudeerster bij de unit Building Physics & Systems van de TU Eindhoven.
Lees meer in de PDF